zaterdag 22 november 2014

pH-waarde

Wanneer u spreekt
over de ziel, over het verleden
waar kijkt u dan naar
U spreekt met klare stem
duidelijk en zielsgraag
tegels breken en glazen dof
U houdt me in uw ban
Vlieg naar de deur
Geen hart in de hand
Waar laat u me deze keer weer vallen
De woestijn daagt niet uit
U bent nu al kurkdroog
Denk de sahara leeg
Met uw dronken spiel
krijgt u vast wel een kameel
of een steen toegeworpen
Eet mij dan op
Een bloem op mijn kop
Dan cactus ik stiekem weg
Mijn naalden tegen de huid
veilig en warm
Het water in de droogte
De citroen in de smakeloosheid
Zuurtegraad onbereikbaar
Houdt u nog van mij
De hand weg
De zon op
Vaarwel lief
Vaarwel mijn lief
Tot dan, splits jij nog eens een zee voor mij

zondag 28 september 2014

Sis.

Adem kiezelsteentjes in mijn maag
Take that shirt off
U heeft uw knopen niet meer nodig.

Grind your teeth
Dat staat u mooi
Uw das als een pijl naar uw navel

Blazen naar de rots
De hele berg op
She'll be coming 'round the mountain
De eeuwigheid in

zaterdag 6 september 2014

Lydia Davis' Stempel

We staan allemaal in de rij om onze zakken en koffers op de loopband te leggen. Mijn koffer gaat er in één zwaai op, maar ik ben vergeten een bakje voor mijn rugzak te pakken. De man achter mij geeft me het zijne. Mijn rugzak is echter groot, dus past mijn jas niet meer in hetzelfde bakje. Ik heb een tweede nodig. De man achter me zucht en geeft me een tweede bakje. Normaal kan ik dit wel goed, denk ik maar zeg ik niet.

In de volgende rij beland ik per ongeluk tussen een koppel in. Ze praten over me heen. Dus zeg ik tegen de man - die achter mij staat- dat hij best wel mijn plaatsje in de rij mag hebben, zodat hij iets makkelijker met zijn vrouw - die voor mij staat- kan communiceren. Ik neem een stap opzij zodat hij langs me heen kan lopen en dat doet hij dan ook.

De jongen achter de balie glimlacht vriendelijk naar de man die hem om een krant vraagt. Hij zegt dat de man geluk heeft want de Guardian is nog maar net aangekomen. De man vraagt waarom net die krant zo laat was, waarop de jongen antwoordt dat de kranten altijd met de eerste trein uit Londen aankomen, maar dat de Guardian zijn trein -net- had gemist.

Twee Amerikaanse vrouwen verbazen zich erover dat Belgische vrouwen meestal hun eigen achternaam behouden na hun huwelijk. De ene vrouw zegt dat ze de hele tijd die ze hier heeft doorgebracht dat nooit heeft opgemerkt. Ze ging er nu eenmaal gewoon van uit dat wanneer collega Van Kouter haar man Bart voorstelde, dat die man dan Bart Van Kouter zou heten. "Ja," zegt de andere, " en dan kom je er opeens achter dat-ie eigenlijk Bart De Wever heet!" Dat doet ze giechelen.

Een jongetje vraagt aan z'n vader of Belgische mensen ook naar Engeland kunnen reizen. De vader zegt van wel. Dat vindt de jongen vreemd. "Worden zij dan ook Engels?", vraagt hij. De vader denkt even na en antwoordt dan: "Enkel als ze niet meer terugkomen."

Inmiddels staan de Amerikaanse vrouwen achter me op de roltrap, die niet echt een trap maar eerder een loopband met een lichte helling is. Nu praten ze over relaties. "In België", zegt de ene, "is een officiële relatie een partner waarvan je vrienden en je ouders op de hoogte zijn." "Maar waarmee je niet getrouwd bent?", vraagt de andere. "Nee, dat niet,"luidt het antwoord, "En weet je wat ik nog vreemder vind?" De andere vrouw schudt haar hoofd. "Dat je niet kan zeggen dat je met je vriendin weggaat. Het moet altijd 'een' vriendin zijn, anders is het officieel. Nu weet ik toch dat als ik met jou iets ga drinken, ik specifiek jou bedoel en niet zomaar 'een' vriendin, ongedefinieerd." "Tja, " zucht haar vriendin, "misschien zouden we het maar officieel moeten maken." Dan giechelen ze weer.

Terwijl we de loopband aflopen merk ik opeens dat de man voor me zijn koffer niet vasthoudt. In plaats van zijn hand grijpen er twee leren gespen, die onder zijn mouw verdwijnen, het handvat van zijn koffer vast. Ik weet niet waar ze onder die mouw naartoe lopen. Dat had ik niet eens gemerkt, denk ik en met beide handen aan het handvat van mijn koffer stap ik de trein op.

zaterdag 21 juni 2014

Zwarte koffie.

Vijftien maanden. Dat is wanneer de problemen beginnen. 
Zegt ze terwijl ze een peuk onder haar voet dooft
‘t Is altijd fijn. Simpel. Weet je.
En dan zijn er de anderen.
Die vind je best wel leuk.
Dat ene moment, die kleine twijfel.
En zit je op de bus te wachten 
maar klikken je knieën in protest 
Kijk je even om te zien of-ie nog, ja hoor hij ook.
En wat moet je dan met die 
Die vindt je best wel leuk. 
kennis

Dus houd ik me vast bij mijn oren
Verander in marmer
Wacht tot de tijd het getij 
De maan weer knipoogt
Standbeeld ik zo koud
Dat de zon me kraakt
Voel ik niet.
zegt ze onder haar donkere bril.

Een zucht. Ach. 
Je bent nog zo 
Klein. En lief. 
Wil je wel
Ja, vrijen. Maar echt zoenen, 
aardebrekend en dijenschuddend,
daar ben je toch 
misschien ja
jong. 

Een slok espresso. 
Een klop, op de schouder, kop op.
Stoel schuiven, heupwiegend
Schaterend schitteren 

de hoek om.

vrijdag 21 februari 2014

Trivia

Een stille vraag als de stoet van stedengrijs je even voorbij gaat.
Is het aards of hemels
Is het genot of geterg
Is het een trage windmolen
van lippen in de zon.