woensdag 24 oktober 2012

Aardrijkskunde

Snijdt het kraken de wervels in jouw rug
Vermijd de graten tot de zoete verstikking
Graaf dieper, steen per steen
Houweel je in mijn mijn

De tegels verschuiven
Lichten klinken
Klanken verlichten
De straat loeiend

Zoeken de barsten je dromen op
Verrijk de hemel vol mineralen
Vind het koper, speer per speer
Versmelt je in haar haar

De straten verruimen
Donkere aard
Aardig verdonkerd
De tegel verzinkt

Twee mannen draaien zich om
Vragen of de wereld nog draaien kan
Wanneer mijn adem stokt
En mijn lichaam valt
De kern van de wereld in








maandag 16 april 2012

Lieve jongens.

Bijt me. Kraak me.
Tot ik in scherven
-met wijnrode lippen
en scherpe tongen-
op de grond spiegel.

U vraagt waar ik dan wel
hoe ik dan wel
zou ik dat wel
Met uw ruwe handoppervlak
palmt u me -voorzichtig- in.

Ziet u dan niet dat
voorzichtig
voorspelbaar
verveling
en dat ik, althans bij een man,
geen bemoedering zoek?

zondag 29 januari 2012

Banket

Terwijl er lachsalvo's ronddwalen
Door een adem verlost
En van woorden, langzaam vermalen
Het breken van de korst

Het korrelt eindeloos in magen
De vraatzucht leeft weer op
Tot het einde der dolle dagen
De gratie in galop

Weerklinkende glazendood
Het bang vergetelijk oog
De kogels lieflijk verloot
Wat rest ons morgen nog?

donderdag 12 januari 2012

Ba(r)st

Ik wilde enkel
Zoethout
De warmte in jouw kraag
Trillend door jouw klank

Ik wilde alleen
Mahonie in de tuin
Voor de ruit een zwaaiende tak
Het openbloeien van een houterige hand

Ik wilde enkel
Dat stukje vel boven jouw voeten
De stam van jouw bestaan
Wilde alleen ik zijn